Rennen, rennen en rennen, dat is al dat ze deed. Haar ene poot achter haar andere, de wind in haar vacht terwijl ze het achtervolgde, hopend dat het niet weg kwam. Langzaamaan begon de witte wolf het in te halen en na vele bochten kwam ze eindelijk dicht genoeg. Snel zette de witte wolf af, in de hoop dat het niet weg kwam. Spijtig genoeg miste ze en viel ze neer, tuimelend ging ze verder tot ze uitgerold was. Hijgend keek ze op, haar amberkleurige ogen nog gericht op het weggaand ding. Bijna, het was haar bijna gelukt om die vlinder te vangen, bijna! Toch was de teef niet verdrietig, in tegendeel ze sprong direct op om weer opzoek te gaan naar een nieuw ding om haar te vermaken.
-sorry dat het kort is
{katatonia}