Ze volgde de groep berggeiten nu al een tijdje, maar had tot nu toe nog geen kans gezien een van hen neer te halen. Ze bewonderde de dieren. Ze besloten een moeilijker leven te leven dan de meeste geiten. Ze konden ook gewoon op een verlaten grasvlakte gaan leven, maar in plaats daarvan leefden ze op de steile rotswanden vlak bij een wilde zee. Natuurlijk waren zij meer aan deze omgeving gewend, maar het zou zo veel makkelijker zijn om een rustig leventje op het grasland te leven. Misschien waren ze ook wel gewoon een beetje dom, concludeerde Mindo. Echter herrinerde ze zich hoe moeilijk het was om een van hen neer te halen, en dat dat al even moeilijk voor andere roofdieren moest zijn. Ze schudde het van zich af, het leidde haar alleen maar van de jacht af.
Na een nog langere tijd twijfelde ze om verder te gaan met de jacht, het was niets voor haar om het op te geven. Alleen was het zo dat als ze iets verder zou reizen, ze daar een veel makkelijkere prooi zou kunnen vinden, ze was nu al de hele middag bezig met deze beesten. Het was niet nodig. Toen ze echter op zou geven, viel een gedaante haar op. Ze fronste toen ze zag dat het een wolf was, die op de kudde geiten afrende. Hij leek echter niet door te hebben dat een paarrammen niet erg gepleased waren. Mindo gaf haar jaaghouding op en begon op de wolf af te sprinten. Ze kende rammen, die waren niet fijn. Met niet heel veel moeite zouden ze zo je borstkas aan stukken rammen, En dat zag ze liever niet bij deze vreemdeling gebeuren.
De wolf, waarvan ze nu zag dat het een reu was, zette het op een lopen toen hij door had dat de rammen achter hem aankwamen, heel slim. Mindo spurtte er achteraan, ze zag het al aankomen dat de rammen de wolf inhaalden, een gedachte die haar huiveringen gaf.
Ze had geluk, net op tijd was ze op een afstand die ze met een sprong kon overbruggen. Dit deed ze dan ook, want de ram stondt op t punt in de staart van de reu te bijten. Mindo sprong en belandde op de ram, een huiveringswekkende schok ging door het lichaam van de geit heen toen hij de grond raakte. De wolvin had weinig tijd en beet zo hard mogelijk in de nek van het beest, hopend dat hij dood zou gaan. De andere rammen waren echter niet zo blij met haar aanwezigheid. Gelukkig kon ze gebruik maken van hun verrasing en wist een andere op de grond te gooien. Meer kon ze echter niet doen, want de laatste leek woedend. Mindo tikte de wolf kort aan het maar poot en spoorde hem aan mee te komen. `Kom!` ze had een boom gezien een tijd terug, net aan de op de plaats waar de kliffen begonnen. Als ze dat nou konden halen... Ze besloot het er op te wagen, veel keus hadden ze niet.
De boom bleek dichterbij dan gedacht, voordat ze het wist had ze de boom bereikt en klauterde daar zo goed en kwaad als het ging in. `Hierheen!`Of de wolf haar was gevolgd zou ze zo achter komen