Als een OCD-wolfje trippelde hij netjes met zijn poten op elk plankje tussen de lijnen. Dat hield hij vol totdat hij een vaag bekende geur zich in zijn neus boorde. Hij herkende de geur, alleen de vorige keer was er wat smerigs in verwerkt.
Hij zocht om zich heen, het bezoek achteraf accepterend, want het was een bekende.
Toen hij het bekende silhouet van de stinkwolf zag, rende hij er snel op af. Zijn houding vijadig en agressief en de witte reu zette zich al schrap voor een aanval.
Vlak voor de wolf kwam Saxon echter tot stilstand, maar liet zij houding niet vallen. Wel had hij echter het vrolijkste gezicht dat hij in lange tijd getrokken had.
"Hey, stinkbak! Ja jij! Hoe heet je?" zei hij ziedend. De witte reu leek in de war, maar dat zou de reactie van vele anderen ook zijn.
"H-hey?Je... bent kwaad, toch? Of niet?" vroeg hij voorzichtig. Saxon probeerde nog iets duidelijk te maken met zijn oren, maar het werd er niet erg veel beter door. De witte reu moest het maar als slap excuus aanvaarden.
"Ow Saxon! Jij bent toch Saxon? Die gast met die rare humor?" vroeg de reu toen. Saxon keek op. Had hij deze wolf vorige keer zijn naam verteld? Welja, dat bleek.
"Ja, ik ben Saxon, maar ik zie mezelf niet als humoristisch, racist." zei hij neutraal, maar met een oppervlakkige houding. Nee, van Saxon werd je niet veel wijzer, maar meestal gebruikte hij het ook om anderen zijn spel te laten spelen voordat hij ze afschreef.